Inschrijven Nieuwsbrief

Op deze pagina

De avond daarvoor wil hij vroeg slapen en roept “licht uit”. Als ik de kist sluit zeg ik het voor hem…. “Licht uit”.

Eindelijk weer thuis

Het is zes jaar en negen maanden geleden dat je ten einde raad was en vroeg om opgenomen te worden, want je kon het leven niet meer aan. Kort daarvoor hadden we gehoord dat de ziekte van Huntington de oorzaak is van jarenlange onbegrepen problemen.

Voor jou was dit het einde, een definitief afscheid van wat al lang niet meer een gewoon leven was. Voor mij was het een begin van weten en begrijpen. Ik nam me voor om samen met jou het Huntington-pad op te gaan, ongeacht hobbels en hindernissen.

Je zei wel eens: “Ik ben niet de prins op het witte paard”.

Maar lieverd, als ik bedenk hoe moeilijk jij het moet hebben gehad, vind ik dat je veel meer bent dan die prins, omdat je zo ongelooflijk dapper je best bleef doen om lief voor mij te zijn en voor mij te zorgen.

Vandaag schijnt het zonnetje bescheiden, maar vriendelijk tussen witte en lichtgrijze wolken door. Je zit op je kamer en bent zojuist ontwaakt uit een middagdutje. Ik moet wennen aan je kapsel dat ik gistermiddag met de tondeuse in een 'stekelbossie' heb veranderd, zodat ik jou niet zo vaak hoef te plagen.

“We gaan”, zeg je en dat vind ik een goed idee. Ik koppel de sondevoeding af, kleed je warm aan en leg zoals altijd de plaid over je benen. Het is weer genieten met jou, je bent weliswaar niet zo spraakzaam, maar wel helder. Na de wandeling wil je naar: “Eigen plek”. Op je kamer is het stil en vind je rust. Ik blijf nog een tijdje knus bij je zitten, streel zachtjes je handen en gezicht.

Voordat ik wegga geef ik je een dikke zoen en vraag of alles zo goed is. “Ja”.

Op de gang maak ik een praatje met de broeder. Hij vertelt, dat jij 's avonds graag vroeg naar bed wilt en voordat je als een blok in slaap valt meestal nog roept: “Licht uit!”

De volgende ochtend, het is de dag voor onze trouwdag, belt de arts en laat me weten dat je tijdens je slaap aan een hartstilstand bent overleden.

De zuster loopt met me mee naar je kamer, waar jij wit en stil in je bed ligt.

Je open ogen kijken me aan en huilend vraag ik wel honderd keer: “Lieverd, hoe kán dat nou, hoe kán dat nou!”, maar je reageert niet.

Samen met de zuster ga ik je wassen en aankleden. Later die ochtend mag ik meehelpen je in de kist te leggen. Ik drapeer de plaid over je benen, want dat geeft zo'n vertrouwd gevoel. Het is fijn dat je hier op je 'eigen plek' kunt blijven, waar de familie in alle rust afscheid van je kan nemen.

Ik wil er graag tot op het allerlaatste moment voor je zijn en probeer zo goed mogelijk naar jouw belevingswereld te handelen.

Op de dag van de crematieplechtigheid gaan we langzaam door de gangen naar de hal, waar het vol staat met lieve medewerkers die jou de laatste eer willen bewijzen. We blijven even staan en ik zeg: “Geert gaat nu rusten en wij bedanken jullie voor alle goede zorgen”.

Ik rij met je mee in de lijkwagen; een 'super-de-luxe slee', met privé chauffeur.

En dan, jij en ik samen in de kleine aula.

Hoe indringend kan stilte zijn!

Geen muziek, geen bezoek, alleen wij in de stilte waar jij zo van houdt.

Ik sta naast de open kist, houd je hand vast en vraag de Lieve Heer of Hij de zorg voor jou wil overnemen.

Bij het sluiten van de kist zeg ik namens jou: “Licht uit!”

Een paar dagen na de crematie verschijnt in een donkergrijze lucht een prachtige regenboog. Ik stap van mijn fiets, tranen rollen over mijn wangen, een intens gevoel van zeker weten maakt zich van mij meester en ik roep naar boven: “Ben je aangekomen Geert, laat je me hierbij weten dat het goed is?”

 

Zodra de termijn van bewaring voorbij is, haal ik de urn met je as op en ben je eindelijk weer thuis.

 

Rust zacht mijn lief,

 

Clara

Vereniging van Huntington is aangesloten bij